Naast de urgente acties voor de huidige netcongestie moeten we ook verder vooruitkijken naar de termijn 2030-2050. De netbeheerders zijn nu al aan de slag met het voorkomen van nieuwe, toekomstige knelpunten. Deze langere termijn, tussen 2030 en 2050, komt al snel dichterbij. Daarom maken we nu al slimme keuzes samen met gemeenten, bedrijven en andere stakeholders voor een toekomstvast energiesysteem. Dit wordt ook wel integraal programmeren van het energiesysteem genoemd. Deze keuzes en acties zijn nodig om tijdig aanpassingen te maken in de ontwikkeling van het energiesysteem en ontwikkelingen van beleidsplannen en projecten. Bijvoorbeeld bij het ontwerpen van nieuwe woonwijken of bedrijventerreinen die slimmer omgaan met energie en de koppeling maken tussen energievraag en aanbod.
Wat betekent integraal programmeren in het energiesysteem?
In de aanpak integraal programmeren wordt de uitbreiding van onze energie-infrastructuur – zowel elektriciteit, warmte, als duurzame gassen (biogas, waterstof) – in lijn gebracht met andere (gewenste) ruimtelijke ontwikkelingen én met het realiseren van klimaatdoelstellingen. Alle sectoren met een claim op het energiesysteem worden integraal meegenomen, denk aan: industrie en bedrijventerreinen, gebouwde omgeving, mobiliteit, land- en glastuinbouw en duurzame opwek.
Dit resulteert in een gedeeld beeld van het huidige en gewenste toekomstige energiesysteem en potentiële keuzes daarin. Het verkrijgen van regionaal inzicht in deze ontwikkelingen is een noodzakelijke stap en vormt tegelijk input voor andere overheden zoals de Provincie Gelderland. Ook krijgen we als gemeenten en netbeheerder een goed beeld van de (korte termijn) knelpunten rondom het prioriteren van aansluitingen bij beperkte capaciteit.
Welke stappen bevat de aanpak regionaal programmeren?
In de regionale aanpak voor integraal programmeren, ook wel regionaal programmeren genoemd, doorlopen gemeenten, Liander en de GMR een proces van vier stappen. We sluiten aan op een methode die Liander heeft ontwikkeld. Hierin staat de samenwerking tussen de regio-organisatie, gemeenten, Liander en impactvolle stakeholders centraal.
- Het creëren van een gemeenschappelijke feitenbasis: samen op zoek naar een volledig en gedeeld beeld van ontwikkelingen in vraag- en aanbod van energie in de regio.
- In kaart brengen van de benodigde netcapaciteit: een doorvertaling van de (gewenste) ontwikkelingen in benodigde netuitbreiding, in ruimte, tijd en geld – door Liander.
- Potentiële keuzes in beeld: de impact op het net proberen te reduceren door samen ontwerp- en beleidskeuzes te zoeken en te vertalen naar concrete acties.
- Samen programmeren: gewenste prioriteiten op elkaar afstemmen en opstellen van een uitvoeringsplan. Hiervoor is een goede samenwerking tussen provincies, gemeenten en netbeheerders cruciaal.
Waarom is inzicht verkrijgen in het energiesysteem belangrijk?
De recente ontwikkelingen laten zien dat netcongestie op korte termijn een belangrijke belemmering vormt bij het realiseren van de beleidsdoelen van overheden. De urgentie voor het aanpakken van netcongestie en het inzichtelijk maken van de knelpunten is groot. Tegelijk moeten we ook verder vooruitkijken na 2030 om congestie te voorkomen. Inzicht verkrijgen in deze ontwikkelingen op korte en lange termijn is daarom noodzakelijk,. Dat blijkt ook uit de bestuurlijke bijeenkomst op de regio-overleg(t) dag in juni 2023. De GMR heeft daarom in de afgelopen maanden samen met Liander een (verkennende) rol gespeeld om zo inzicht te krijgen in energievraag en -aanbod (nu en gepland) en de knelpunten die hierdoor ontstaan.
Wat is er al gebeurd de afgelopen tijd?
In september 2023 is er een start gemaakt met de gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen voor de aanpak regionaal programmeren. Hiervoor is een aantal bijeenkomsten georganiseerd. En tijdens een ambtelijke kick-off op 2 oktober is een toelichting gegeven op het proces en de aanpak. Vervolgens is er gewerkt aan een gemeenschappelijke feitenbasis (stap 1). In deze stap is intensief data uitgewisseld met gemeenten uit de regio over de belangrijkste ontwikkelingen binnen m.n. de gebouwde omgeving, mobiliteit, opwekprojecten, bedrijventerreinen en industrie en glastuinbouw. Vervolgens is de impact van deze ontwikkelingen in kaart gebracht door Liander, op onderstation-niveau (stap 2). In stap 3 zijn we op zoek gegaan naar slimme ontwerpkeuzes (of maatregelen) om de impact te reduceren. De geïdentificeerde acties, maatregelen of projecten zijn opgenomen in een regionaal uitvoeringsplan energiesystem (>doorlinken naar pagina).