Het doel van de Woondeal om voor 2030 zeker 35.000 nieuwe woningen te realiseren, is nog steeds haalbaar. Dat blijkt uit de cijfers van de Regionale Woningmarktmonitor Arnhem-Nijmegen 2020. Tot nu zijn er vanuit de Woondeal al 6.500 nieuwe woningen gebouwd. Wel loopt de opgave niet op alle onderdelen op schema.
Tempo iets omhoog
Ondanks dat het doel van de Woondeal nog steeds haalbaar is, is er ook een belangrijke kanttekening. In 2025 dient namelijk al de mijlpaal gevierd te worden van 20.000 nieuwe woningen. Hiervoor moeten nog 13.500 woningen gebouwd worden. Uit de nieuwe Woningmarktmonitor blijkt dat hiervoor het tempo van het lopende programma iets omhoog moet. Stefan Tempelman, ambtelijk coördinator Woondeal: ‘We zijn heel blij dat we op schema liggen voor 2030. Maar voor 2025 moeten de plannen nog sneller van het papier afkomen. Daar hebben we het volste vertrouwen in. Omdat de samenwerking tussen de overheden, woningcorporaties en marktpartijen goed verloopt en omdat de plannen van de komende jaren harde afspraken bevatten. De nieuwe Woningmarktmonitor laat zien dat we de meeste plannen op papier tot dusver ook echt gerealiseerd hebben. Dat is voor ons een bevestiging dat we op de goede weg zijn.’
Verschillen per deelgebied
Uit de nieuwe Woningmarktmonitor blijkt ook dat het per deelgebied verschilt in hoeverre de realisatie van nieuwe woningen op schema verloopt. Zo loopt subregio Arnhem vóór op schema. Subregio’s Nijmegen en De Liemers lopen iets achter bij het realiseren van nieuwe woningen. Geke Blokland, beleidsmedewerker Wonen bij Gemeente Rheden: ‘Elk deelgebied heeft zijn eigen aandachtspunten. Zo heeft subregio Arnhem al veel woningen gerealiseerd, maar heeft het nog te weinig harde plannen, zodat er weinig ruimte is voor planuitval. Daarnaast heeft subregio Nijmegen juist veel harde plannen, maar zij lopen wat achter met realiseren. En subregio De Liemers heeft voldoende harde plannen, maar ook zij zullen moeten versnellen qua realisatie. Door de monitor hebben we inzicht in de opgave per subregio en per gemeente en kunnen we op tijd bijsturen.’