Actueel

NOVEX zorgt voor volgende stap in de regionale samenwerking

  • Actueel
  • NOVEX zorgt voor volgende stap in de regionale samenwerking
Datum: 25 juni 2024

De Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen is samen met de regio Foodvalley één van de 17 NOVEX gebieden in Nederland. Wat in de ogen van Carol van Eert, bestuurlijk opdrachtgever van de Groene groeiregio, begon als ‘troostprijs’ betekent inmiddels een grote kans voor de regio. Zowel inhoudelijk als op het terrein van samenwerking. “We zitten in een soort omslag, al is het nog niet helemaal uitgekristalliseerd”, zegt Harriët Tiemens, directeur van de Groene Metropoolregio.

NOVEX betekent letterlijk: Nationale Omgevingsvisie Extra. Elk NOVEX gebied kenmerkt zich door grote ruimtelijke uitdagingen. Als Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen maken we komende jaren een schaalsprong door de woningbouwopgave waarvoor we aan de lat staan. Tegelijkertijd staan we voor een forse herstelopgave van natuur- en watersystemen en de noodzakelijke transitie van de landbouw. Al deze opgaven concurreren in ruimte en hebben onderling effect op elkaar. Omdat de vraagstukken te groot zijn om als regio zelf op te lossen, kwam de Rijksoverheid enkele jaren geleden met het predicaat ‘NOVEX gebied’.

N2. Arnhem Centrum 13

De kern: vanuit brede samenwerking werken aan eerst de visie (via het NOVEX ontwikkelperspectief) en vervolgens de realisatie (via de NOVEX uitvoeringsagenda en een regionale investeringsagenda).

Je zou kunnen zeggen dat de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen nu erkend wordt als gebied met bijzondere aandacht?

Van Eert: “Ja, dat zeker. Een jaar of vier geleden ging het Rijk van start met een nieuwe, nationale nota over de ruimtelijke ordening. In die nota wilden wij heel graag worden genoemd als bijzonder aandachtsgebied. We zijn tenslotte een regio met bijzondere landschappelijke waarden. Dat werden we niet. Alleen gebieden waar iets extra’s moest gebeuren, kregen in die nota een plek. Wel mochten we een NOVEX gebied worden, samen met de Regio Foodvalley. Het voelde als een soort troostprijs, die we toch met vier handen hebben aangepakt.”

Daarvan hebben we nu geen spijt?

Van Eert: “Het belangrijkste is dat het ons samenwerking met de Rijksoverheid opleverde. We zitten nu zelfs aan tafel bij het kabinet. We praten op topniveau met vier ministeries. En wat belangrijk is: op basis van de visie die met het Rijk tot stand is gekomen, hebben we al honderden miljoenen voor de regio opgehaald. Dat is winst.”

Tiemens: “We trekken op als twee regio’s, met 26 gemeenteraden, drie waterschappen en de provincies Gelderland en Utrecht. De samenwerking is echt heel breed.”

De eerste opgave als NOVEX gebied was om tot een verstedelijkingsstrategie te komen. Inmiddels is er ook een NOVEX ontwikkelperspectief en hebben we een Regioarrangement. Hoe verhouden al die plannen zich tot elkaar?

Tiemens: “Het zijn drie producten, met in feite één inhoud. Ze liggen in het verlengde van elkaar. De verstedelijkingsstrategie geeft antwoord op: waar willen we met elkaar in onze ruimtelijke ontwikkeling naartoe? Waar willen we huizen bouwen, waar krijgen de economische functies een plek, hoe gaan we het qua mobiliteit met elkaar verbinden? En voor ons een heel belangrijke: de leefomgevingskwaliteiten, dus het groen-blauw raamwerk.”

Plaatje Verschillende Trajecten, Één Inhoud

Van Eert: “Terwijl we bezig waren met de verstedelijkingsstrategie, ging bij het Rijk een heel nieuw proces van start. Een belangrijke drijfveer van demissionair minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) met de NOVEX gebieden was de realisatie van 900.000 woningen. De landelijke woningbouwopgave. Maar hij kwam erachter dat het binnen de gestelde tijdspanne echt niet ging lukken. Dus besloot hij ook de twaalf provincies te vragen om te kijken naar plekken voor een deel van die woningen. Dit traject met de provincies mondde uit in het NOVEX ontwikkelperspectief, wat je kunt vergelijken met onze verstedelijkingsstrategie; een integrale visie op wonen, economie, mobiliteit, leefbaarheid en vooral het realiseren van extra woningen. Tegelijkertijd zei de minister: ‘We noemen de verstedelijkingsstrategie voortaan NOVEX ontwikkelperspectief’.”

Tiemens: “Het ministerie van Landbouw vroeg de provincies om het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) voor de provincie uit te werken. In Gelderland kreeg dit de naam Vitaal Landelijk Gebied Gelderland (VLGG). Elke regio heeft hier afzonderlijk een bijdrage aan geleverd, wat het Regioarrangement wordt genoemd. Het is voeding voor het VLGG.”

Dus het NOVEX ontwikkelperspectief is hetzelfde als de verstedelijkingsstrategie?

Van Eert: “Het NOVEX ontwikkelperspectief is verder doorontwikkeld. In de verstedelijkingsstrategie lag de nadruk sterk op wonen en het infra- en ov-deel. De bouwstenen leefbaarheid en economie hadden we wel uitgewerkt, maar waren ook nog volop in ontwikkeling. Dus toen de naamswijziging kwam, waren wij in feite toe aan een verbeterde versie van de verstedelijkingsstrategie. Die verbeterde versie werd het NOVEX ontwikkelperspectief, dat ook een integraler beeld geeft van de schaalsprong van de regio. Want ook de transitie van de landbouw, de visie op de bodem- en waterkwaliteit en natuurontwikkeling hebben er een plek in gekregen.”

Tiemens: “Je kunt het NOVEX ontwikkelperspectief en Regioarrangement zien als de opvolgers van de verstedelijkingsstrategie. Alleen richt het Regioarrangement zich op onze Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen en het NOVEX ontwikkelperspectief op onze regio én de regio Foodvalley. Een ander verschil: in het Regioarrangement zitten ook  onderwerpen als cultuurhistorie. Het Regioarrangement is dus nog weer breder.”

Wordt het NOVEX ontwikkelperspectief daarom alleen in de Colleges van burgemeester en wethouders vastgesteld en niet in de gemeenteraden?

Van Eert: “Dat klopt. De verstedelijkingsstrategie en het Regioarrangement zijn in alle gemeenteraden vastgesteld. Daarmee hebben de raden alles vastgesteld wat ook in het NOVEX ontwikkelperspectief staat. De afspraak is dat als in de regionale plannen iets staat wat afwijkt van de gemeentelijke kaders, we dat expliciet laten weten. In mijn eigen raad merk ik dat raadsleden het niet zozeer belangrijk vinden dat er weer een nieuw document is, maar dat ze de geruststelling hebben dat het nog steeds allemaal past binnen de lokale structuurvisies, bestemmingsplannen en omgevingsvisies.”

Al met al hebben deze stappen behoorlijk wat tijd gekost, was dat nodig?

Tiemens: “Het maken van al die documenten heeft ergens wel vertragend gewerkt. Raadsleden hadden daar veel kritiek op en dat snappen we ook. ‘Wéér een document, wanneer gaan we nu eens wat doen?’, hoorden we vaak. En bij deze documenten alleen bleef het niet. Het vorige kabinet introduceerde de term ‘grootschalige woningbouwlocaties’, waarvan wij er drie in onze regio hebben. Daar hangen ook weer programma’s aan vast. En ondertussen lieten wij een visie op de regio in 2120 maken door de Wageningen Universiteit, wat ook weer de nodige input heeft opgeleverd voor deze documenten. Maar al die inspanningen hebben er wel voor gezorgd dat we onze ambities nu scherp hebben geformuleerd. We hebben nu redelijk scherp in beeld hoe we onze regio toekomstbestendig moeten maken.”

Hoe gaat het nu verder?

Tiemens: “De volgende stap is de NOVEX uitvoeringsagenda. Deze gaat over: wie doet wat en wanneer? Ook hierin werken we samen met het Rijk, 26 gemeenten, drie waterschappen, vier ministeries en twee provincies. Deze agenda moet uitmonden in een regionale investeringsagenda. Deze stap is absoluut complex. Met verschillende sectoren gezamenlijk aan het werk, met ook verschillende overheidslagen. Dat hebben we in Nederland nog nooit op deze schaal gedaan.”

Wat gaan de gemeenten hier eigenlijk van merken?

Van Eert: “Uiteindelijk geldt: dat wat binnen jouw gemeentegrenzen gebeurt, daarvoor sta jij als gemeente zelf aan de lat. Het wordt dus niet opgelegd. Vroeger kenden we de situatie dat sommige bevoegdheden waren overgedragen naar de regio. Zo is het binnen de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen niet geregeld. Dus het betekent dat gemeenten straks exploitaties gaan opstellen, eventueel omgevingsplannen gaan wijzigen, financieringsstromen gaan binnenhalen.”

Tiemens: “Er is een nieuwe dynamiek aan het ontstaan. De druk op de ruimte is zo groot, dat mobiliteit, huisvesting, landelijk gebied en economie in samenhang bekeken moeten worden. Die nieuwe dynamiek zit ook in de samenwerking. Gemeenten moeten meer met elkaar optrekken om toekomstgericht antwoorden te vinden op vragen als: waar gaan we dan bouwen? Kunnen we industriegebieden uitbreiden en waar dan? Want de uitdagingen houden niet bij de gemeentegrenzen op.”

Van Eert: “Regionaliseren is een fact of life geworden. Lokale ontwikkelingen kunnen niet meer zonder afstemming met de buren. Bestuurders zoeken elkaar meer dan ooit tevoren op. Raadsleden zouden daar ook over moeten nadenken. Contacten leggen met fractiegenoten bij de buren bijvoorbeeld. Ik zie dit als de volgende stap in onze regionale samenwerking.”

Tot slot: nu de plannen steeds concreter worden en gemeenten zo dadelijk zelf aan zet zijn, wat valt dan van de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen te verwachten?

Tiemens: “Laat ik duidelijk zijn: het is niet zo dat de regio gemeenten van alles oplegt. We zijn met elkaar de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen. Nu de plannen richting het gebiedsniveau bewegen, komen de afzonderlijke gemeenten steeds meer zelf aan het roer. Ze bedenken zelf hoe ze dit oppakken. Wij zijn er om te faciliteren. Dat kan van alles zijn: menskracht, geld, planvorming, ondersteuning. Ook dat brengt een nieuwe dynamiek, die we met elkaar moeten uitkristalliseren.”


Gerelateerd nieuws