Ron Myer, directeur van het Nationaal Programma Heerlen-Noord, is tijdens het Regiocongres van 14 februari 2025 een van de key-note speakers. Samen met zijn collega van het Nationaal Programma Arnhem-Oost, Monaïm Benrida, neemt hij de aanwezigen mee in de inhaalrace van hun wijken. “Geen sprint, maar een marathon.”
Wie is Ron Meyer
Ron Meyer (43) is geboren en getogen in Heerlen-Noord. Om precies te zijn: in de wijk Zeswegen, de wijk die werd gebouwd op de laatste mijnsteenberg van Nederland. Zijn opa’s waren mijnwerkers, zijn vader was de eerste generatie die niet in de mijnen heeft gewerkt. Hoewel hijzelf de Limburgse mijnen nooit in bedrijf heeft gezien, voelt hij zich zeer verwant met de mijngeschiedenis. Sinds april 2022 werkt Ron met veel passie aan een hoopvolle toekomst van zijn Heerlen-Noord.
‘Verliefd op de regio’ is het thema van het Regiocongres. Wat heb jij met dit thema?
“Ik ben hartstikke verliefd op mijn gebied. In Heerlen-Noord staat het mooiste kasteel van Nederland. We hebben een waanzinnige geschiedenis, van Romeinen tot de mijnen. Maar ik ben niet blind. Dat gaat tijdens het Regiocongres ook onze boodschap zijn. Wij willen nooit vergeten hoe mooi en goed het is, maar we bekijken het wel altijd met realisme en nuchterheid. Heerlen-Noord en ook Arnhem-Oost staan bovenaan de lijstjes waar we niet bovenaan willen staan. En onderaan de lijstjes waar we niet onderaan willen staan. Wij zijn niet blind voor wat er moet gebeuren.”
Het Nationaal Programma is erop gericht jullie wijken weer leefbaar en zelfvertrouwen te geven. In jullie key-note vertellen jij en Monaïm Benrida alles over de aanpak. Wat wil je er nu al over kwijt?
“Te veel kinderen in onze wijken hebben het gevoel dat ze minder zijn dan kinderen in andere wijken. Zo zijn ze niet geboren, de omgeving heeft ze zo gemaakt. Van een van de rijkste gebieden van Nederland is Heerlen-Noord nu een van de armste plekken van het land. We kampen met een intergenerationeel probleem en met een concentratie van armoede. We zijn daarnaast kampioen huisvesten van alleenstaande moeders. Ze komen niet uit luxe, maar vinden hier betaalbare woonruimte. Deze uitdagingen vragen een lange adem. Ik zie de aanpak als een inhaalrace. Het is een eufemisme. Als Max Verstappen een race wint, is dat niet meer zo bijzonder. Het is wel bijzonder als hij vanaf de 14e plek moet komen. Hoe mooi is het om te winnen als niemand het meer verwacht? Dat geldt ook voor ons.”
Hoe ziet jullie inhaalrace eruit?
“Onze race is volledig gericht op de volgende generatie. De kinderen waar wij ons nu op richten, zijn eigenlijk de papa’s en mama’s van de kinderen die het straks beter gaan hebben. In Heerlen-Noord, Arnhem-Oost en de 18 andere gebieden in het land nemen we daar een generatielang de tijd voor, ruim twintig jaar. Een belangrijke les uit de traditie van stedelijke ontwikkeling is dat als je echt een verandering wilt, je het tot in de wortels moet aanpakken. Neem de Vogelaar-wijken. Die hebben vooral in de fysieke ruimte wat opgeleverd. Maar het tijdsbestek van vier of vijf jaar was te kort om tot een echte verandering te komen. Dus wij staan met de voeten in het hier en nu en we richten ons op de trots en betrokkenheid van de kinderen die nu in onze wijken opgroeien. Maar ons vizier is wel gericht op de toekomst.”
Wil je deze sessie bijwonen? Meld je dan aan via deze link en geef je voorkeur door.