Organisaties in de Groene Metropoolregio werken regelmatig mee aan Europese projecten. Eén voorbeeld is het project Scaling up the Energy Poverty Approach (SCEPA) dat is geinitieerd door gemeente Arnhem en de HAN. Hoe zorgen we ervoor dat de energiearmoede vermindert? De gemeenten Arnhem en Leeuwarden en de HAN University of Applied Sciences werken hier met vijf buitenlandse partners aan mee.
“In 2017 hoorde ik voor het eerst van ‘energy poverty’ en ‘fuel poverty’. Als gemeente Arnhem namen we deel aan een eerder Europees project dat gericht was op energiearmoede. Ik dacht: ‘Hebben wij dat ook?’ Daar raakte ik snel van overtuigd. Ik werd nieuwsgierig naar hoe men elders in de wereld met het probleem omgaat. Dat leidde tot een eerste Arnhemse pilot in het kader van dat Europese project”, vertelt Hans van Ammers. Hij is strategisch bestuursadviseur energietransitie bij de gemeente Arnhem en al jaren actief betrokken bij Europese subsidieprojecten. Nu is hij projectleider van het EU-project SCEPA, dat wordt uitgevoerd binnen het Interreg Noordwest Europa programma. “Die eerste Arnhemse pilot leidde uiteindelijk tot de Arnhemse aanpak van energiearmoede die in 2021 door de gemeenteraad werd vastgesteld. SCEPA is hier een direct vervolg op.”
Samenwerking
Thijn de Voogd werkt als projectmanager EU-projecten bij de gemeente Arnhem. Hij stapte dit voorjaar op de rijdende trein van het SCEPA-project. “Mijn rol is het in goede banen leiden van de samenwerking met en tussen alle partners. En zorgen dat we aan de verwachtingen van Europa voldoen”, vertelt hij. Erik Jansen is lector Sociale Duurzame Praktijken bij de HAN. “Wij doen onderzoek naar hoe de praktijken van het dagelijks leven van mensen op een meer duurzamere en gelijkwaardigere manier vorm kunnen krijgen. Binnen SCEPA zijn wij de kennispartner. Onze rol is de praktijkpartners te faciliteren met gedegen literatuuronderzoek, de ontwikkeling van een handelingsstrategie en ondersteunende AI-instrumenten (artificial intelligence).”
Grip krijgen
Het drietal vertelt enthousiast over het SCEPA-project. “Er is zo ontzettend veel kennis beschikbaar over het aanpakken en terugdringen van energiearmoede. Allerlei ervaringen, zowel in Nederland als daarbuiten. Wij verzamelen wat werkt, wat niet werkt en we zetten dit in de rest van Nederland en Europa uit. Ons doel is nadrukkelijk niet het wiel opnieuw uitvinden”, vertelt De Voogd. Jansen vult aan: “De uitdaging is om met de kennis die er is, grip te krijgen op het complexe probleem van energiearmoede.” Van Ammers: “En ervoor te zorgen dat je energiearme huishoudens bereikt met meer effectievere maatregelen. In België en Ierland doen ze dat anders dan hier in Nederland en daar kunnen we allemaal van leren.” Jansen heeft zich met zijn team in de afgelopen periode onder andere beziggehouden met het literatuuronderzoek. Zowel wetenschappelijke studies als wat hij noemt ‘grijze literatuur’ werden bekeken. “Dat zijn publicaties”, lacht de lector. “Het gaat om goede voorbeelden, onderzoeken en noem maar op. Aan ons was de schone uitdaging om al die informatie samen te brengen en te ontleden.”
Pilots
Ondertussen werd gewerkt aan het handelingskader, waar de HAN een opzet voor leverde. Oftewel, afspraken over bijvoorbeeld wie de doelgroepen zijn. Komende tijd richten zes van de acht SCEPA-partners zich op de pilots, om de beschikbare kennis en informatie verder te brengen. Zo wordt in vier Arnhemse wijken de bestaande energiearmoede aanpak verder verdiept, experimenteert Leeuwarden met energiecoaches en een witgoedregeling en loopt in Luik een pilot met een klusbus. Vanuit dit initiatief kunnen bij huishoudens in huis kleine energiebesparende maatregelen worden geplaatst. De Voogd: “Al onze partners hebben ervaring met de aanpak van energiearmoede. De internationale samenwerking is zodoende heel waardevol. Niet alleen horen we van onze buitenlandse partners dingen waar wij nog nooit van gehoord hebben. Ook zijn klimaatkwesties altijd grensoverschrijdend.”
Community of Interest
Een bijzonder onderdeel van het project is de Community of Interest. Een digitaal platform voor gemeenten en ook andere organisaties die bezig zijn met het terugdringen van energiearmoede. “Deelnemers kunnen via de Community of Interest kennis ophalen”, legt De Voogd uit. Daarnaast is de Community of Interest bedoeld om meer kennis en ervaringen te verzamelen. Deelnemers kunnen dus ook zelf hun kennis en ervaringen inbrengen in de Community of Interest. “Hoe meer je erin stopt, hoe beter de antwoorden worden die eruit komen”, aldus Van Ammers. Jansen: “We roepen daarom alle gemeenten en organisaties die betrokken zijn bij energiearmoede op om in de Community of Interest hun kennis te delen.” Van Ammers: “Op deze manier krijgen we ook zicht op goed werkende aanpakken in contexten buiten het partnerschap, wat de meerwaarde van het project alleen maar doet toenemen.”
Tweerichtingsverkeer
Om de beschikbare kennis en informatie binnen de Community of Interest beter te ontsluiten, wordt vanuit de HAN momenteel gewerkt aan een afgeschermd (gesloten) AI-systeem. “Dus software die ervoor zorgt dat de informatie bij elkaar komt en op een toegankelijke manier is op te vragen”, legt Jansen uit. De data wordt verzameld, geanalyseerd en opgenomen in het systeem. Als vervolgens iemand een vraag stelt, zoekt de software in de database van de Community of Interest naar het antwoord. De Voogd noemt het tweerichtingsverkeer: “Gemeenten leveren expertise aan SCEPA en SCEPA levert expertise aan gemeenten.” Volgens Van Ammers hebben gemeenten hier veel baat bij. “Hoe mooi zou het zijn als al die kennis over goede initiatieven waar in de afgelopen jaren aan is gewerkt, via onze Community behouden blijft? Want uiteindelijk willen we gemeenten kunnen aangeven: ‘Voor die groep in die situatie in die wijk en met die gezinssamenstelling zou dit en dit wel eens goed kunnen werken’.”
Pitch in Dublin
Het SCEPA-project valt internationaal al op. Het Europees programmabureau van Interreg Noordwest Europa heeft het projectteam uitgenodigd voor een pitch op het jaarlijkse Event. “Een mooie kans om het project voor een groot publiek te presenteren én de Community of Interest verder uit te breiden”, zegt het projectteam. Voorzichtig durven ze ook al verder in de toekomst te kijken.” Jansen: “Wie weet is onze aanpak straks ook voor andere onderwerpen toepasbaar. Dat we als Europa vanuit datascience slimmer worden op complexe onderwerpen waarmee we gezamenlijk te dealen hebben.”
Het SCEPA-project loopt nog tot midden 2027. Interesse in deelname aan de Community of Interest? Neem voor meer informatie contact op met Thijn de Voogd.