Actueel

Dimitri Horsthuis blikt terug: ‘De regio heeft mij altijd veel energie opgeleverd’

  • Actueel
  • Dimitri Horsthuis blikt terug: ‘De regio heeft mij altijd veel energie opgeleverd’
Datum: 19 augustus 2024

Eind mei 2024 legde voormalig wethouder van de gemeente Overbetuwe Dimitri Horsthuis-Tangelder ‘het mooiste ambt wat er is’ neer. Zijn besluit betekent ook afscheid nemen van de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen (GMR). Dat valt hem zwaar.

“Als wethouder mag je de verbindende factor zijn tussen inwoners, verenigingen, organisaties, ondernemers en de gemeente. Dat is prachtig om te doen”, zegt Dimitri Horsthuis-Tangelder. Zo’n twee maanden na zijn besluit spreekt de voormalig wethouder nog steeds vol passie over zijn werk. Het gevoel ‘ik heb geen baan meer’ heeft hij dan ook nog niet. Hij is nog druk bezig met afronden, overdragen en afscheid nemen. “Even terugschakelen van een geweldig mooie maar intense periode”, noemt hij het zelf. “Zes jaar lang bekleedde ik een functie waar ik met ziel en zaligheid in zat. Dat is niet zomaar voorbij.”

Je was binnen de GMR betrokken bij drie opgaves: Groene groeiregio, Productieve regio en de Circulaire regio. Bij die laatste vooral vanwege de Regionale Energiestrategie (RES). Hoe kijk je hierop terug?

“Het maakte dat ik op veel borden tegelijk aan het schaken was. Met het belang van de regio voorop, terwijl ik in al die opgaves ook het belang van mijn eigen gemeente in het oog hield. Want ik wilde altijd aan mijn gemeenteraad kunnen uitleggen waarom ik de dingen deed zoals ik ze deed. En wat wij er als gemeente aan zouden hebben. Tenslotte was de raad mijn formele opdrachtgever.”

Binnen de RES was je technisch voorzitter. Dat was een andere rol dan binnen de opgaves, toch?

“Klopt, als technisch voorzitter was ik niet gekoppeld aan mijn gemeente. Daarvoor zat mijn collega Rik van den Dam aan tafel. Ik had een neutrale, onafhankelijke positie. Een mooie rol, want het betekende dat ik mij heel vrij kon bewegen. Ik kon bijvoorbeeld bestuurders aanspreken op hun verantwoordelijkheden zonder dat ze het gevoel hadden: ‘Die zal vast een eigen belang hebben’. Natuurlijk hielp wel dat ik veel kennis en kunde had op basis van de vorige periode toen ik als bestuurder van Overbetuwe aan de RES-tafel zat. Mensen zagen mij echt als sparringspartner. Ze konden mij bijvoorbeeld wat meer informatie geven, zodat ik met ze kon meedenken over de opgave in hun eigen gemeente. Dat vond ik een fijne samenwerking.”

De RES was zeker geen gemakkelijke opgave!

“Het is op en top een regionale opgave. Natuurlijk is bijvoorbeeld de Woondeal dat ook, maar die opgave kun je meteen naar je eigen gemeente vertalen. Elke gemeente weet wat ‘ie moet bouwen. Bij de RES ligt dat lastiger, omdat het ook kan zijn dat je als gemeente minder kunt leveren omdat je met Natura 2000 te maken hebt of geen windturbines mag plaatsen. De RES vraagt om keuzes die goed zijn voor de hele regio en niet enkel voor jouw eigen gemeente. Het mooie is dat we nooit in een politiek steekspel zijn terechtgekomen, terwijl dat echt een risico is. Zeker als gemeenten alleen naar hun eigen belang kijken. Aan de RES-tafel zijn we juist altijd heel samenwerkend gebleven.”

Hoe kijk je terug op de andere opgaves?

“Ook die vond ik mooi. Bij de Groene groeiregio kijk je vooral naar de opgaves die je met elkaar hebt afgesproken, zoals de NOVEX of de Woondeal. Hoe staat het ervoor? Je kijkt ook naar de invulling van de kaart van de regio. In mijn geval het Middengebied, vanuit de gebiedsuitwerkingen. Binnen de Groene groeiregio ontstond al vrij snel het besef dat we de andere opgaves heel erg nodig hebben om de totale kaart van de regio in te vullen. En dat er keuzes nodig zijn. Want met al onze wensen kunnen we de regio geloof ik wel minstens 2 keer invullen. Veel van die keuzes komen op het bordje van de Groene groeiregio. Binnen de Productieve regio kwam ook veel voorbij. Ik heb bijvoorbeeld de huisvesting van de arbeidsmigranten vlot getrokken. Niemand zit in een gespannen woningmarkt te wachten op een extra woonopgave, maar het is wel onderdeel van onze totale opgave. Dan moet je op een gegeven moment lef tonen.”

Dat lef tonen deed je graag?

“Als je geen lef hebt, moet je geen bestuurder worden. Ik vind dat echt inherent aan de rol van bestuurder. Ik speelde ook geregeld de advocaat van de duivel, dat hoor ik nu ook terug van anderen. Puur om het scherpe gesprek met elkaar op tafel te krijgen.”

Jij staat daarnaast bekend als ‘verbinder’. Hoe zit dat?

“Zo moet je als bestuurder in elkaar zitten, vind ik. Bij mij zat het vooral in de gesprekken. Mensen ook gewoon bellen. Als ik in een vergadering van de RES merkte dat iemand heel fel reageerde, dan belde ik na afloop. ‘Goh, jij zat wel heel scherp in die wedstrijd, waar kwam dat eigenlijk door?’. Natuurlijk was dat vanuit mijn rol makkelijker, omdat ik geen eigen belang had. Die persoon kon tegen mij prima zeggen dat een van de andere gemeenten wel heel stellig was. Ik kon dat oppakken en aan die andere gemeente teruggeven hoe naar zijn of haar standpunt werd gekeken. Ook kon ik op die manier partijen bij elkaar brengen. Ik vond het mooi om mensen bij elkaar te brengen die elkaar uit zichzelf niet wisten te vinden. Het gevolg is dat ze bij een volgende keer elkaar gewoon opzoeken. Zo wordt het nog meer die gezamenlijke opgave dan allemaal ieder voor zich.”

Zijn er dingen die je erg bijblijven?

“De uitwerking van de RES 1.0 naar een plan MER was echt een kers op de taart. We waren daarmee een voorloper op de andere RES-regio’s. Zelfs door het Nationaal Programma RES (NPRES) werden we zo gezien. Want het was leuk dat die RES 1.0 er lag, maar het had helemaal geen juridische waarde. Toen kwamen we als GMR op het plan MER. We waren de eerste RES-regio waar het lukte om het op die wijze helemaal door te voeren. Iets heel anders wat mij bijblijft, is de integrale tafel. De adviestafel waar alle opgaven bij elkaar komen. Aan deze tafel worden afzonderlijke opgaves uitgelicht, omdat ze effect hebben op de andere opgaves. ‘Hang er eens boven met z’n allen en bedenk: wat gebeurt hier eigenlijk en welke keuzes gaan we maken’, is de vraag die je met elkaar beantwoordt. Dat vind ik een krachtig onderdeel van de regionale samenwerking. Al moet het wel een adviestafel op hoofdlijnen blijven. Niemand mag gaan denken: ‘Ze beslissen het toch wel aan de integrale tafel.’ We doen het als regio met alle gemeenten samen, iedereen vanuit een eigen vakgebied.”

En dat alles ga jij straks missen?

“Ik ga het zeker missen. Ook bijvoorbeeld de RegioOverleg(t) en de RegioReis. Dit waren mooie momenten waarop je met collega’s onderling even uit de dagelijkse hectiek werd gehaald. Ik heb heel veel plezier in de regio gehad en het heeft mij altijd veel energie opgeleverd.”

Heb je tot slot een boodschap voor je oud-collega’s in de regio?

“De GMR is 3,5 jaar geleden gestart. We hebben een krachtige en mooie samenwerking neergezet, waar we trots op mogen zijn. Natuurlijk kijkt elke gemeente ieder jaar weer naar de portemonnee, vanwege de inwonersbijdrage die betaald moet worden. Maar verlies niet uit het oog dat je als regio veel meer impact kunt maken dan als individuele gemeente. Zowel nationaal in Den Haag als internationaal in Brussel en in de samenwerking met Duitsland. Als je dat belang voor ogen houdt, weet je dat een vehikel als de GMR heel belangrijk is. Laat daarom die trots binnen je eigen gemeente zien. We hebben het wel met elkaar geflikt!”

Dimitri Horsthuis-Tangelder heeft zich zes jaar lang vol energie ingezet als wethouder voor de gemeente Overbetuwe. Hij stond voor openheid en transparante besluitvorming. Hij stelde zich laagdrempelig en benaderbaar op en ging altijd in gesprek op basis van gelijkwaardigheid. De ontwikkelingen binnen zijn fractie van Gemeentebelangen Overbetuwe en het persbericht waarin de twee coalitiepartijen lieten weten dat de onrust binnen de fractie de politieke en bestuurlijke stabiliteit binnen de gemeente Overbetuwe schaadt, heeft hem doen besluiten zijn ambt neer te leggen. In zijn afscheidsbrief schrijft hij: “Graag had ik mij de komende twee jaren met volle energie in willen zetten als uw wethouder, waarbij we de grote opgaven waar onze gemeente mee te maken heeft, samen konden oppakken (…) Maar vertrouwen tussen de samenwerkende fracties binnen een coalitie is de basis om mijn werk te kunnen uitvoeren.”


Gerelateerd nieuws